Het vosjespatroon

Ik moet bij volgende haakseltjes echt onmiddellijk werk maken van het opschrijven hoe ik iets gemaakt heb. Ik haak een beetje, trek weer af wat niet goed is, haak wat verder... en zo ontstaat dan wel meestal het figuurtje dat ik wil. Maar achteraf terug achterhalen wat ik juist gedaan heb... Moeilijk!

Ik ben in een opruimwoede (het zal de beruchte nesteldrang zijn), dus het vosje dat ik haakte om dit patroon te maken, moet de deur uit!

Als je het graag wint, laat je een leuke boodschap achter onder dit bericht.

1 november maak ik de winnaar bekend!

Voor wie het liever zelf maakt, ik deed het zo:



Het witte hoofdje
Acryl, haaknaald 3.5

• Zet 6 vasten op in een magische ring en sluit de ring met een halve vaste. Haak 2 losse steken. Deze tellen als de eerste vaste van de volgende toer.
• Haak 1 vaste in dezelfde basis als de 2 losse steken. In de andere 5 steken haak je telkens 2 vaste steken in 1 steek = 12 steken. Sluit de toer met een halve vaste in de tweede losse steek van de vorige toer. Haak 2 losse steken.
• *Haak 1 vaste in de volgende steek. Daarna haak je in de volgende steek 2 vasten in 1 steek.* Herhaal wat tussen de sterretjes staat, tot je volledig rond bent = 18 steken. Sluit opnieuw de toer en haak 2 losse steken.
• *Haak 2 vasten in de volgende twee steken. Daarna haak je 2 vasten in 1 steek.* Herhaal wat tussen de sterretjes staat, tot je volledig rond bent = 24 steken. Sluit de toer en haak 2 losse steken.
• *Haak 3 vaste steken in de volgende 3 steken. Daarna haak je 2 vasten in 1 steek.* Herhaal wat tussen de sterretjes staat, tot je volledig rond bent = 30 steken. Sluit de toer.

Het gele hoofdje
Acryl, haaknaald 3.5

• Zet 4 losse steken op.
• Haak 1 vaste in de tweede losse steek (van de knoop te tellen). Haak 2 losse steken en keer het werk.
• Haak 2 vaste steken, daarna 2 losse steken en keer het werk.
• Herhaal vorige toer.
• Haak in elke vaste van de vorige toer 2 vaste steken = 4 steken. Haak 2 losse steken en keer het werk.
• Haak in dezelfde basis als de 2 losse steken van de vorige toer 1 vaste. Haak op de volgende twee vasten ook twee vasten. In de laatste steek haak je opnieuw 2 vaste steken in één steek = 6 steken. Haak 2 losse steken en keer het werk.
• Haak in de volgende vaste 1 vaste. Daarna haak je 2 keer 2 vasten in één steek. De laatste twee steken van je toer haak je in elke steek 1 vaste = 8 steken. Haak 2 losse steken en keer het werk.
• Haak in de volgende 2 vasten telkens 1 vaste. Daarna haak je 2 keer 2 vasten in één steek. De laatste 3 steken van je toer haak je in elke steek 1 vaste = 10 steken. Haak 2 lossen steken en keer het werk.
• Haak 10 vaste steken. Haak 2 losse steken.

Om het randje mooi af te werken, haak je langs de zijkanten van het hoofdje vaste steken. In de allereerste losse steek onderaan het hoofdje, haak je twee vaste steken. Wanneer je terug aan de bovenkant komt, sluit je de toer met een halve vaste.

Knip je draad niet te kort af, dan kan je hem gebruiken om de twee hoofdjes op elkaar te naaien.

Oortjes
Acryl, haaknaald 3.5

• Zet 5 steken op in een magische ring (wit). Sluit de toer niet en trek de draad dicht. Knip de draad af. Keer het werk niet!
• Wissel van kleur. In de eerste vaste (aan de andere kant van de draadjes) haak je 2 losse steken. Daarna haak je 1 vaste in de volgende steek.
• Haak in één vaste: een stokje - een losse - een stokje.
• Haak de andere twee steken met vaste steken.
• Knip het draadje niet te kort af, dan kan je het gebruiken om de oortjes aan het kopje te naaien.

Het tweede oortje haak je op dezelfde manier.

Snoetje
Dunne katoen, haaknaald 2.5

• Zet 4 steken op in een magische ring en sluit de ring met een halve vaste. Haak 2 losse steken. Deze geldt als de eerste vaste steek van je volgende toer.
• Haak 3 vaste steken en sluit de toer met een halve vaste.
• Knip het draad je niet te kort af.

Naai alles aan elkaar en borduur twee oogjes.

Veel succes!